“Wat ga je maken?” De slager vroeg het me vriendelijk toen ik hem laatst om 6 ons riblappen vroeg. “Boeuf Bourguignon,” antwoordde ik op mijn beurt vriendelijk. Daarop vroeg de slager me of hij het vlees dan maar even in stukken moest snijden (graag!) en of ik al spekkies had. Dat had ik, want ik was net bij de supermarkt geweest. “Van de appie?” “Ja.” “Die bewaar je dan maar voor een andere keer.” Waarop ik van de slager uitgebreid kreeg uitgelegd dat in lekkere stoofpotten ambachtelijk bereid spek thuishoorde. Ik kreeg een pakje cadeau. En ook nog de tip om een keer port te gebruiken in plaats van wijn. Dan is de saus een stuk krachtiger.
Met alle ingrediënten toog ik huiswaarts alwaar het werk kon beginnen. Boeuf Bourguignon is typisch zo’n gerecht voor een koude natte winterzondag (kille paaszondagen voldoen ook uitstekend): het belangrijkste ingredient is namelijk tijd. Heel veel tijd. Ik laat mijn boeuf namelijk liever niet de aanbevolen 3 uur stoven, maar vind hem pas lekker als hij een veelvoud daarvan op het vuur of in de oven heeft gestaan. Dan is het risico om op vetflubbertjes te bijten heel laag en is alle smaak in het vlees en de saus gesmolten) Onderstaande recept heeft zo’n 7 uur gehad. Maar 9 uur is ook prima.
Boeuf Bourguignon:
- Bak het vlees in kleine porties (5 of 6 stukjes in een pan) rondom bruin in roomboter met een beetje olie. Dit is het moment dat het vlees kleur krijgt, besteed hier dus aandacht aan. Bestrooi het vlees met peper en (een beetje) zout.
- Bewaar het vlees even buiten de pan en bak in een stevige braadpan een pakje (ambachtelijke) spekblokjes. Ambachtelijke spekjes hebben iets minder water en zijn dus iets sneller klaar.
- Voeg 2 of 3 uien (grofgesneden) en een winterwortel in plakjes toe en bak even mee. Fruit vlak voor het vlees in de pan gaat ook een teentje knoflook (geperst) mee. Twee mag ook als je dat lekker vindt.
- Voeg het vlees toe en bestrooi met wat bloem. Verwarm ondertussen de wijn in een pannetje.
- Schenk de wijn (afhankelijk van je smaak een halve tot een hele fles; port in iets kleinere hoeveelheden kan ook) bij het vlees.
- Vul de vloeistof aan met bouillon tot het vlees net onder staat.
- Voeg een bouquet garni (wat takjes groene kruiden) en één of twee laurierblaadjes toe. Deze kunnen aan het eind van de bereiding uit de pan worden gevist.
- Zet de pan op het laagst mogelijke pitje. Deksel erop en pruttelen maar. Zolang mogelijk maar dus tenminste 3 uur en liefst de hele dag. Check af en toe of er nog voldoende saus is en roer de boel even door.
- Als je tevreden bent over de structuur van het vlees, bak je in een andere pan een bakje champignons in stukjes of plakjes bruin.
- Voeg de champignons toe en proef nog even of er nog peper of zout nodig is.
- Serveer met brood, rijst of (gebakken) aardappeltjes en salade.
Boeuf Bourguignon is lekker met een glas stevige rode wijn.